2de kyu – blauwe gordel

algemene voorwaarden
  •  14 jaar worden in het kalenderjaar.
  • Voorbereidingstijd minimum 80 lessen na het behalen van vorige gordel.
  • minimum 2 lessen kata gevolgd hebben in eigen club.
  • Het volledige programma van 1ste t.e.m. 6de kyu kennen.
  • De kandidaat mag het onderdeel kata uitvoeren met een partner naar keuze.
  • Op het onderdeel kata toont de kandidaat zowel de rol van uke als van tori.
  • Het examen wordt afgenomen door de hoofdtrainer of een lesgever die minimum trainer B is.
  • Het examen kan afgenomen worden buiten de examenperiode, in afspraak met de hoofdtrainer.
Ukemi’s (valoefeningen)
  •  Zempo Kaiten in beweging en over partner
  • Ushiro Ukemi in beweging en over partner
  • Yoko Ukemi in beweging en over partner
Katame Waza (controletechniek).

A. Osae Komi Waza (houdgreeptechniek)

  •  Kuzure-kesa-gatame
  • Kesa-gatame
  • Yoko-shiho-gatame
  • Kami-shiho-gatame
  • Tate-shiho-gatame
  • Kata-gatame
  • Ushiro-kesa-gatame
  • Makura-kesa-gatame

B. Kaiho waza – bevrijdingen uit houdgrepen

  • bevrijding uit Ushiro-kesa-gatame, één manier
  • bevrijding uit Kuzure-kesa-gatame , twee manieren
  • bevrijding uit Kesa-gatame, twee manieren
  • bevrijding uit Yoko-shiho-gatame, twee manieren
  • bevrijding uit Kami-shiho-gatame, twee manieren
  • bevrijding uit Tate-shiho-gatame, twee manieren
  • bevrijding uit Kata-gatame, twee manieren

C. Kogeki waza – aanval bij Uke in diverse posities

  • Uke in vierpuntensteun, Tori opzij, drie manieren
  • Uke in vierpuntensteun, Tori vooraan, drie manieren
  • Uke op de buik, Tori bovenop of ernaast, twee maniere
  •  Uke op de rug, Tori aan de benen, één manier

D. Boei waza – verdediging tegen aanval van Uke

  • Tori in vierpuntensteun, Uke ervoor, drie manieren
  • Tori op de rug, Uke tussen de benen, drie manieren
  • Tori in vierpuntensteun, Uke ernaast, twee manieren

E. Shime waza – verwurgingen

  • Gyaku-juji-jime
  • Kata-juji-jime
  • Okuri-eri-jime, één situatieve vorm
  • Gyaku-juji-jime, één situatieve vorm

F. Kansetsu waza – armklemmen

  • Ude-hishigi-hiza-gatame
  • Ude-hishigi-juji-gatame, basis & één sitatieve vorm
  • Ude-hishigi-ude-gatame, basis & één sitatieve vorm
Tachi waza (rechtstaande techniek).

A. Tachi waza (werptechniek)

  • Uchimata
  • Tomoe nage
  • O soto guruma
  • Okuni ashi harai

B. Renraku waza (combinatietechniek)

  • Twee combinatie worp naar worp, na reactie van Uke op de worpen van 6de, 5de en 4de kyu
  • Twee combinatie worp naar houdgreep op de worpen van 6de, 5de en 4de kyu

C. Kaeshi Waza (overnametechniek)

  • Tegenaanval op de worpen van 6de kyu en 5de kyu
Nage No Kata (werpen naar vorm)

 

  •  afstanden
  • groet en slag
  • koshi-waza
  • ashi-waza
    Terminologie
    • Dojo (meditatiezaal)
    • Hajime (beginnen)
    • Judogi (judokledij ≠ kimono)
    • Kumi Kata (manier vastnemen)
    • Matte (stoppen)
    • Tatami (tapijt, judomat)
    • Ne (op de grond, liggend)
    • Tachi (rechtstaand)
    • Ushiro (achterwaarts)
    • Yoko (zijwaarts)
    • Hidari (links)
    • Migi (rechts)
    • Ko (klein)
    • O (groot)
    • Rei (groet)
    • Ukemi (valbreken)
    • Tori (hij die uitvoert)
    • Uke (hij die ondergaat)
    • Soremade (einde)
    • Kesa (flank, zijde)
    • Ippon (één punt, één zijde)
    • Randori (vrij oefenen)
    • Toketa (verbroken)
    • Waza Ari (bijna punt)
    • Obi (gordel)
    • Soto (buitenwaarts)
    • Uchi (binnenwaarts)
    • Za Zen (meditatiezit)
    • Gatame (houden, controleren)
    • Uchi Komi (herhaald inkomen)
    • Gari (maaien)
    • Harai (vegen)
    • Hiza (knie)
    • Kake (uitvoeren, werpen)
    • Osae Komi (houdgreep)
    • Sono Mama (beweeg niet meer)
    • Ashi (voet, been)
    • Kaeshi Waza (tegenaanvaltectniek)
    • Makura (oorkussen)
    • Renraku Waza (combinatietechniek)
    • Hantei (oordeel)
    • Hikiwake (gelijk)
    • Zubon (judobroek)
    • Eri (revers, kraag)
    • Kansetsu (gewricht)
    • Shime, Jime (verwurgen)
    • Te (hand)
    • Nage No Kata (werpen naar vorm)
    Diversen
    • Judogi behoorlijk kunnen aandoen
    • Gordel kunnen knopen